Labels

1872 (1) 1basis (1) 2011 (1) 2basis (1) 2F (1) 3basis (1) 3gt (1) 3k4 (1) 3kader (30) 4basis (1) 4k3 (1) 4kader (32) aanname (1) aanzichten (1) algebra (1) ALT (1) balans (3) beginwaarde (1) berekening (1) blog (1) boxplot (1) cilinder (1) club2224 (1) computer (1) container (1) coordinaat (2) cosinus (1) decimalen (1) donaldduck (1) DRAN (1) dynamicdesign (1) eenheden (1) eindexamenfeest (1) eo (1) examen (7) examenonderdeel (3) exponentielegroei (2) ezelsbruggetje (1) facebook (1) factor (1) fokkesukke (1) formules (6) fotoimpressie (1) gedicht (1) google (1) googol (1) graaf (1) grafiek (1) groeifactor (1) h8 (1) haakjeswegwerken (6) herkansing (1) hoofdstuk (1) hoofdstuk10 (2) hoofdstuk11 (1) hoofdstuk2 (1) hoofdstuk3 (7) hoofdstuk4 (10) hoofdstuk5 (6) hoofdstuk6 (5) hoofdstuk7 (8) hoofdstuk8 (2) hoofdstuk9 (3) inhoud (4) inklemmen (6) inleiding (2) irrationaal (1) kansberekening (1) kerstmis (1) knooppunten (1) komma (1) kommagetal (1) kwadraat (1) kwadratischevergelijking (5) lengte (1) leren (16) lineair (1) loterij (1) macht (1) mbo (1) meetkunde (1) Meijerink (1) meneerkamphorst (1) mentimeter (2) metenisweten (1) meting (1) mythen (1) nemo (1) newholland (1) normering (1) oefenen (7) oefenproefwerk (2) omgekeerdepijlenketting (5) omrekenen (2) opdrachten (1) opendag (1) oppervlakte (3) ouderavond (1) overzicht (1) pi (2) plaatsbepalen (1) prezi (2) procent (5) proefwerk (7) pta (1) punt (1) pythagoras (4) quiz (1) quizzzz (1) reacties (1) regenton (1) rekenen (3) rekenmachine (2) rekenpijlen (1) rekenregels (1) rekentoets (1) rente (2) richtlijnen (1) samenvatting (2) schatten (2) schoolexamen (5) schoolverlaten (1) schrikkeldag (1) se1 (1) sinus (2) snelheid (1) snijpunt (3) socialmedia (1) solcaltoa (3) som14 (1) som21 (1) som23 (1) som25 (1) som29 (1) som36 (1) som8 (1) somformule (2) spelletje (1) statistiek (1) szymborska (1) tabel (1) tangens (6) tekens (1) telprobleem (1) theorie (1) tijdwinst (1) tractor (1) twitter (1) uitdekrant (1) vergelijking (6) verschilformule (1) VMBO (1) volleybaltoernooi (1) voorbeeldvragen (1) watnou (1) wegen (1) wetenschappelijkenotatie (1) wisdisk (3) wisweb (1) woordenboek (1) workshop (2) youtube (5) zijdenberekenen (1)

maandag 19 december 2011

De 10 mythen van het rekenen!

Mythe 1: Zonder wiskundeknobbel kun je nooit goed leren rekenen
De ontwikkeling van de hersenen kan beïnvloed worden door ze te prikkelen, te trainen en een beroep op ze te doen. Dit inzicht maakt ons duidelijk dat het niet nodig is de verwachtingen ten aanzien van het leren van kinderen te temperen of ons neer te leggen bij een wat trager of moeizamer verloop van de rekenontwikkeling.

Mythe 2: Kinderen leren het beste door zelf te ontdekken
Onderzoek laat zien dat systematische en expliciete instructie effectiever is dan zelfontdekkende aanpakken.

Mythe 3: Bij rekenen gaat het er allereerst om dat kinderen inzicht krijgen
Eenzijdig inzetten op inzicht is niet effectief. Rekenen doet een groot beroep op de hogere hersenfuncties. Vooral jonge kinderen zijn daar nog niet aan toe. Voor een deel van de kinderen geldt daarom dat de rekenvaardigheden veelvuldig geoefend moeten worden. Het inzicht komt wel naarmate de kinderen ouder worden.

Mythe 4: Het leren rekenen bij peuters en kleuters mag pas beginnen als ze eraan toe zijn
Sommige kinderen hebben vanwege hun sociaal-economische achtergrond een verhoogd risico om uit te vallen. Wanneer bij deze kinderen gewacht wordt ‘tot ze eraan toe zijn’ er heel lang gewacht kan worden. Veel kostbare tijd gaat verloren en gouden kansen blijven liggen.

Mythe 5: Het is goed wanneer kinderen verschillende strategieën krijgen aangeboden want dan kunnen ze zelf een strategie kiezen die bij hen past
In het bijzonder voor zwakke rekenaars geldt dat het aanbieden en gebruik van meerdere strategieën verwarrend werkt. Het zelf kiezen van een strategie kan leiden tot onvolledig of foutief gebruik.
Onderzoek laat zien dat het effectief is om expliciete en eenduidige instructie te geven van in eerste instantie één strategie voor elke rekenbewerking aan te leren.

Mythe 6: Het automatiseren, inoefenen of inslijpen van de tafels van vermenigvuldiging was iets van vroeger. Uiteindelijk hebben we er niet zoveel aan.
Het sterke accent in de realistische rekendidactiek op inzicht en strategieën heeft tot het misverstand geleid dat het oefenen vervangen kan worden door inzicht en strategiegebruik.
Het is echter voor alle leerlingen van groot belang dat er dagelijks voldoende tijd wordt genomen om de tafels van vermenigvuldiging te oefenen en in te slijpen.
Aanvulling: Dit geldt uiteraard ook voor de overige rekenbewerkingen.

Mythe 7: Elke leerling moet zich in eigen tempo kunnen ontwikkelen en rekenonderwijs krijgen op zijn of haar eigen niveau
Wanneer we elke leerling op zijn eigen niveau onderwijs willen geven, betekent dit ook dat er een organisatorisch probleem ontstaat voor menig leerkracht. Deze vorm van onderwijs betekent dat er veel zelfstandig gewerkt zal moeten worden. Alle leerlingen zijn met eigen sommen bezig waardoor groepsinstructie niet goed meer mogelijk is en leerlingen ook veel minder van elkaar kunnen leren.

Mythe 8: Remedial teachers en remediërende programma’s bieden een oplossing voor zwakke rekenaars
Er is nauwelijks bewijs dat deze vorm van speciale onderwijszorg effectief is. In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat het effectiever is om de energie en middelen te steken in het voorkomen van problemen door de deskundigheid van leerkrachten te vergroten.
Aanvulling: Remediërende programma’s met andere uitleg zijn verwarrend voor zwakke rekenaars. Remedial teachers kunnen beter worden ingezet bij het vergroten van de leertijd (dus geen kinderen uit de klas halen, zeker niet tijdens de basisvakken).

Mythe 9: Zwakke rekenaars zijn geholpen wanneer ze op een individuele leerlijn worden gezet
Het gevolg van deze maatregel is dat zwakke rekenaars tijdens de les met andere onderwerpen bezig zijn dan de andere leerlingen. Daardoor is ook de groepsinstructie voor hen niet meer relevant, of sluit hun oefenmateriaal hier onvoldoende op aan.
Individuele leerlijnen hebben tot gevolg dat de doelen voor zwakke rekenaars worden verlaagd. Er wordt dan niet gekozen voor extra leertijd en intensievere vormen van instructie, maar de doelen en daarmee de verwachtingen worden aangepast.
Verschillende leerlingen met een individueel programma zijn voor leerkrachten ook nauwelijks nog effectief te begeleiden.

Mythe 10: Wanneer leerlingen in niveaugroepen rekenen, kan het rekenonderwijs het best rekening houden met verschillen tussen kinderen
Hiermee wordt de mogelijkheid afgesloten dat zwakke rekenaars leren van de betere leerlingen. Het verschijnsel dat we nu zien optreden, wordt ook wel het Matteüseffect genoemd. De betere leerlingen zullen steeds beter gaan rekenen, de zwakke rekenaars worden daarentegen steeds zwakker.
Aanvulling: Goede rekenaars krijgen goede voorbeelden te zien waar ze zich aan op kunnen trekken. Zwakke rekenaars krijgen geen goede voorbeelden te zien en worden bovendien geconfronteerd met een negatieve rekenhouding.

Via:: www.onderwijsgek.nl
Dit is een samenvatting van hoofdstuk 1.4 uit het boek Effectief omgaan met verschillen in het rekenonderwijs van Gert Gelderblom. Achterin dit boek bevindt zich een zeer uitgebreide literatuurlijst waarmee bovenstaand verhaal wordt onderbouwd. Ik kan iedereen aanraden om het boek aan te schaffen en de inhoud ervan tot zich te nemen en eigen te maken.
Gelderblom, G. (2009). Effectief omgaan met verschillen in het rekenonderwijs. Amersfoort: CPS.

vrijdag 16 december 2011

3 kader - hoofdstuk 4 - oefenproefwerk met antwoorden



 Antwoorden van dit oefenproefwerk::






Volleybaltoernooi

Richtlijnen voor leerkrachten - 1872

Een medewerker van het Ministerie van OCW vond onlangs een vergeeld velletje papier tussen de archieven. Met grote letters stond erop gedrukt: Richtlijnen voor leerkrachten. Gedateerd 1872.
Richtlijnen voor leerkrachten
  1. De leerkrachten moeten iedere dag de lampen bijvullen en de schoorsteen vegen.
  2. Iedere leerkracht moet een emmer water meebrengen en een bak kolen voor de behoefte van de schooldag.
  3. Besteed veel zorg aan het maken van de pennen. Men kan de pennen aanpunten op de manier die het meest gewenst is voor iedere leerling afzonderlijk.
  4. Mannelijke leerkrachten mogen per week één avond besteden aan het werven van een echtgenote, of twee avonden per week indien ze geregeld ter kerke gaan.
  5. Na tien uur aanwezigheid in de school mogen de leerkrachten de resterende tijd besteden aan de lectuur van de Bijbel of andere nuttige boekwerken.
  6. Vrouwelijke leerkrachten die huwen of zich op het slechte pad begeven, dienen ontslagen te worden.
  7. Iedereen leerkracht zal bij elke uitbetaling een behoorlijk deel van zijn verdiensten opzij leggen om ervan te genieten in de jaren dat hij aftakelt, zo wordt hij geen last voor de gemeenschap.
  8. Iedereen leraar die rookt, alcohol in enigerlei vorm tot zich neemt, kansspelen bijwoont, herbergen bezoekt of zich laat scheren in een barbierswinkel, zal terecht aanleiding geven tot argwanende bedenkingen over zijn morele opvattingen, over de eerbaarheid van zijn oogmerken, over zijn onkreukbaarheid en rechtschapenheid.
  9. De leerkracht die vijf jaar plichtsgetrouw en zonder fouten zijn taak heeft vervuld, kan een loonsverhoging van 25 cent per week ontvangen, mits akkoord van het Ministerie van Onderwijs.
Bron:: cultuurcoordinator.nl

donderdag 15 december 2011

4 kader:: hoofdstuk 2 - oppervlakte cilinder

Een cilinder bestaat uit 3 delen:: de bodem, de deksel en de zijkant (dit noemen ze de mantel). Van deze delen gaan we apart de oppervlakte berekenen::

De bodem is een cirkel, de oppervlakte van een cirkel is straal x straal x pie. De straal is de helft van de diameter (doorsnede) en we noemen de straal in de wiskunde ook wel R (van Radius).

De deksel is precies even groot als de bodem, het antwoord van de bodem is dus hetzelfde als die van de deksel! LET OP:: soms moet je de oppervlakte berekenen van een cilinder zonder deksel (denk aan een prullenbak).

Het tussenstuk wordt een rechthoek als je deze zou openvouwen. Kijk maar naar de tekening hier onder::
De oppervlakte van een rechthoek is lengte x breedte. De lengte is hetzelfde als de hoogte van de cilinder, de breedte is hetzelfde als de omtrek van de bodem van de cilinder. Lengte x breedte wordt dan:: diameter x pie x hoogte.

De drie delen tel je daarna bij elkaar op en je hebt de oppervlakte van de cilinder berekend!
In je boek (4 kader - Moderne Wiskunde - editie 8) staat op bladzijde 41 een uitgewerkt voorbeeld.

4 kader::formules voor Inhoud

dinsdag 13 december 2011

4 kader:: hoofdstuk 3 - Inhoud (som 25)

Als je de inhoud van deze regenton wilt berekenen lukt dat niet met de standaardmanier lengte x breedte x hoogte. Er is namelijk geen lengte en breedte. In plaats daarvan gebruiken we::
Inhoud = oppervlakte grondvlak x hoogte

Het grondvlak is een cirkel, dus de inhoud is::
 oppervlakte cirkel x hoogte = straal x straal x pie x hoogte = 30 x 30 x pie x 95 = 268.606,2 cm3

Als je wilt weten hoeveel liter dit is, moet je het antwoord omrekenen naar dm3, dat is namelijk hetzelfde als liters. 268.606 : 1000 = 268,6 liter


4 kader:: hoofdstuk 3 - Oppervlakte (som 23)


Als je van deze container de oppervlakte in m2 wilt berekenen moet je eerst de maten omrekenen::
2,5 m / 12 m / 3m (van cm naar m is :100, oftewel de komma 2 plaatsen naar links)

oppervlakte voorkant (en achterkant!!)::     2,5 x 3 (x2) =    15 m2
oppervlakte zijkant (en andere zijkant!!)::    12 x 2,5 (x2) =  60 m2
oppervlakte bovenkant (onder hoeft niet!):: 12 x 3 =            36 m2       +
                                                                  -----------------------------------
samen is dat                                                                       111 m2

vrijdag 9 december 2011

3 kader:: hoofdstuk 4 - Samenvatting

Hoofdstuk 4 Rekenen met formules 3KB

Hieronder staat zo kort mogelijk beschreven wat je allemaal moet kennen en kunnen voor je proefwerk. Dit is gemaakt als overzicht en niet als vervanging van het hele hoofdstuk!

Formules anders schrijven
Formules kun je op veel verschillende manieren opschrijven, terwijl ze eigenlijk precies hetzelfde (gelijkwaardig) zijn.
Je mag dingen omdraaien (+ en x):          b = 3a + 7  ß            à b = 7 + 3a
Je mag gelijksoortige termen optellen:     b = 3a + 2a + 7 ß    à b = 5a + 7
Je mag vermenigvuldigen:                         b = 3a x 2a + 7 ß     à b = 6a² + 7

Je kunt haakjes wegwerken:                      b = 3(a + 2)    ß        à b = 3a + 6

                                                                       b = 3(a – 2) ß          à b = 3a – 6

                                                                       b = 3(2 + a) ß          à b = 6 + 3a= 3a + 6

                                                                       b = (a + 2) x 3 ß       à b = 3a + 6


Welke formule en grafiek horen bij elkaar?
1                   Je maakt bij de formule een tabel bv.:

Opbrengsten = 3 x aantal + 5

Aantal
0
1
2
Opbrengsten
5
8
11


2                   Daarna zoek je uit welke grafiek bovenstaande punten heeft.

Welke formule hoort bij een lineaire grafiek?
1                   Maak bij de grafiek een tabel
Aantal
0
1
2
Opbrengsten
7
11
15


2                   Lees uit de tabel het startgetal en hellingsgetal af
Startgetal = 7 (begint bij 7)
Hellingsgetal = 4 (er komt elke keer 4 bij)

3                   Maak de formule
Opbrengsten = 7 + 4 x aantal         Maar je mag ook schrijven              O = 7 + 4a
                                                           Maar je mag ook schrijven              O = 4a + 7


Somtabel en somformule / verschiltabel en verschilformule
Zie blz. 104 van je boek of klik hier! Je kunt ook in 1 keer de formules bij elkaar optellen af aftrekken:
B = 11w + 25            b = 14w + 17 Somformule: b = 11w + 25 + 14w + 17 = 25w + 42
b = 12w + 34             b = 7w + 21 Verschilformule: b = 12w + 34 - 7w - 21 = 5w + 13

donderdag 8 december 2011

3 kader:: hoofdstuk 4 - hetzelfde of niet

Som 36 van  hoofdstuk 4 is een hele belangrijke, alle kennis die je hebt vergaard (zie samenvatting) heb je nu nodig om uit te zoeken welke formules gelijkwaardig (=hetzelfde) zijn. De uitwerkingen staan hieronder::

Ezelsbruggetjes

Kan Het DAMetje Met De Centimeters Meten? Wat een Leuke BH met Inhoud! Eva, o lief o zoete hartedief, Uw blauwe oogen zijn wreed bedrogen.

Deze en andere ezelsbruggetjes helpen je wiskunde beter te onthouden! Kijk b.v. maar eens op ezelsbruggetje.nl......
Ezelsbruggetje.nl

 

woensdag 7 december 2011

4 kader:: leren/oefenen voor herkansing SE2

Voor jullie SE2 hebben jullie van mij een overzicht gekregen van sommen die belangrijk waren om te oefenen. Deze zijn natuurlijk voor je herkansing weer even belangrijk! Als je dit blaadje kwijt bent geworden, kijk hier maar::

Schoolexamen2 Wiskunde Kader 13 vragen (benodigde formules worden gegeven)
1> som 5 van hoofdstuk 1
- tabel, grafiek, omslagpunt berekenen
2> som 17 van hoofdstuk 1
3> som 21 van hoofdstuk 1
- tabel invullen, voorspellen
4> E-3 van hoofdstuk 1
- lineaire formules maken
5> E-7 van hoofdstuk 1
- zoek de juiste formule bij een grafiek
6> 13 van hoofdstuk 2
- hoe is een boxplot verdeeld
7> som 12 van hoofdstuk 6
- modus, mediaan, boxplot
8> som 19 van hoofdstuk 6
- mogelijkheden berekenen
9> som 17 van hoofdstuk 6
- boomdiagram maken
10> som 16 van hoofdstuk 2
- tangens en pythagoras
11> som 9 van hoofdstuk 2
- gelijkbenige driehoek
- hoeken berekenen
12> som 20 van hoofdstuk 2
- oppervlakte cilinder
- inhoud cilinder (opp. grondvlak x hoogte)
13> som 28 van hoofdstuk 2
- samengesteld ruimtelijk figuur inhoud berekenen


Meenemen: pen, potlood, geo/liniaal, gum, rekenmachine

dinsdag 6 december 2011

3 kader:: hoofdstuk 4 - Som en verschilformule (4.3)

Femke en Cato gaan samen op vakantie en dat kost geld! Femke heeft al €150,- gespaard en verdient €40,- in de week met haar bijbaantje. Cato heeft €90,- gespaard en verdient €50,- in de week erbij. De dames zijn benieuwd hoeveel ze samen hebben en ze besluiten een somformule te maken!
-----
De formules zien er als volgt uit:: 
Femke:: b = 40w + 150
Cato:: b = 50w +90
Hierbij is b het bedrag dat ze hebben en w het aantal weken dat ze sparen/werken.

Eerst maken we een somtabel::
w
0
1
2
3
b (Femke)
150
190
230
270
b (Cato)
90
140
190
240
b (som)
240
330
420
510

De onderste rij van deze somtabel is de bedragen van Femke en Cato bij elkaar opgeteld (som!). Van deze onderste rij is het startgetal 240 en het hellingsgetal 90 (er komt elke week 90 bij). De somformule ziet er zo uit:: bS = 90w + 240. Nu kunnen Femke en Cato heel makkelijk uitrekenen hoeveel ze samen hebben!
----
Bij een verschilformule doe je precies hetzelfde, alleen haal je de bedragen van elkaar af.

3 kader:: hoofdstuk 4 - Formules met haakjes (4.4)

Als je aan het rekenen bent moet je rekening houden met de rekenregels, maar soms wil je juist dat b.v. optellen belangrijker is dan vermenigvuldigen! Dan zul je haakjes moeten gebruiken. Voorbeelden hiervan (som 16, 17 en 20) staan hieronder.

Bij som 20b zie je de formule y=4(x-3) staan, hiermee wordt eigenlijk 4 keer (x-3) bedoeld!!!!


3 kader:: hoofdstuk 9 - Schattend rekenen (4 kader - hoofdstuk 3)

Als je jezelf wilt testen of je wiskundig kunt schatten kun je onderstaande oefening maken. De computer kijkt voor je na!!


4 kader:: Hoofdstuk 3 - tijd en snelheid (uit de krant)

43 seconden sneller over A18 bij 130 kilometer per uur 

 De Gelderlander - dinsdag 06 december 2011 | 07:08

 
130 kilometer is vanaf 1 september 2012 de nieuwe maximumsnelheid op snelweg A18 tussen Varsseveld en Didam. archieffoto ANP
VARSSEVELD/ DIDAM - Als automobilisten vanaf 1 september 2012 130 kilometer per uur mogen rijden over de snelweg A18, boeken zij exact 43 seconden tijdswinst. Dat blijkt uit een meting van De Gelderlander.

Het stuk van de A18 waar de snelheid straks met 10 kilometer per uur wordt verhoogd is tussen Varsseveld en Didam, een wegdeel van 20,8 kilometer lang.

Bij een snelheid van 120 kilometer per uur doe je er exact 11 minuten en 12 seconden over. En bij 130 kilometer per uur? De stopwatch klokt een tijd van 10 minuut 29. Een tijdswinst van liefst 43 seconden, nog geen hele minuut dus. Dat is vrijwel miniem te noemen over een afstand van ruim 20 kilometer.


------------
Bovenstaand stuk is gebaseerd op een meting en niet op een berekening. Bij een berekening hou je geen rekening met b.v. het optrekken van de auto en eventueel wisselen van rijbaan.


Aantal km
120
1
20,8
Aantal min
60
…..
10,4
10,4 min doe je erover bij een snelheid van 120 km/uur, dat is 10 min en 24 sec (0,4 x 60)

Aantal km
130
1
20,8
Aantal min
60
…..
9,6
9,6 min doe je erover bij een snelheid van 130 km/uur, dat is 9 min en 36 sec (0,6 x 60)

Het theoretische verschil is 48 sec (10,4 – 9,6 = 0,8    0,8 x 60 = 48)

maandag 5 december 2011

3 kader:: hoofdstuk 4 - haakjes wegwerken

In een broodtrommel zitten 3 botterhammen (3b) en 2 chocoladereepjes (2c). Het broodtrommeltje bevat dus: 3b + 2c.
Nu heeft de familie Jansen 5 kinderen, alle 5 de kinderen krijgen dit broodtrommeltje mee naar school.
Hoeveel boterhammen zijn er in totaal en hoeveel chocoladereepjes?


De opgave die we krijgen: 5 x (3b + 2c) = 5(3b + 2c)  (x mag je weglaten)

We weten in ieder geval dat er in één broodtrommel 3 boterhammen en 2 chocoladereepjes zitten.
Dus in vijf broodtrommels zitten: 5 x 3b = 15 b EN  5 x 2c = 10c

We hebben nu eerst 5 x 3b gedaan, waarna we 5 x 2c gedaan hebben.

5(3b + 2c) = = 15b + 10c

Je vermenigvuldigt dus eerst het eerste getal binnen haakjes met het getal erbuiten, en daarna het tweede getal. (Dit geldt alleen als er een maalteken hoort te staan tussen 5 en het haakje)

4 kader:: Hoofdstuk 6 - Boxplot

Een boxplot is een grafische voorstelling waarmee je snel een overzicht van de verdeling van een verzameling gegevens kunt krijgen. 

Bij een boxplot zijn vijf gegevens belangrijk: Het laagste getal, mediaan, het hoogste getal, mediaan van de onderste 50% van de getallen en mediaan van de bovenste 50% van de getallen.

Nico heeft de volgende cijfers voor het vak wiskunde gehaald: 3,5   5,7   6,5   7,3   6,3   6,8   5,4   6,4   8,2   3,4   6,3

Wanneer we de mediaan willen weten, dan moeten we alle getallen op volgorde zetten:
3,4   3,5   5,4   5,7   6,3   6,3   6,4   6,5   6,8   7,3   8,2

de mediaan is het middelste getal: namelijk 6,3
laagste waarneming: 3,4
hoogste waarneming: 8,2
mediaan van de onderste 50% van de getallen: 5,4
mediaan van de bovenste 50% van de getallen: 6,8


Het middelste streepje stelt de mediaan voor. De mediaan is het middelste getal: dit houdt in dat aan de linkerkant 50% van de getallen staat. Ook aan de rechterkant staat 50%. Wanneer we de mediaan van de onderste en bovenste helft nemen dan verdelen we alles in stukken van 25%















BRON:: thinkquest.nl

Wiskunde woordenboek

Dat is handig:: weet je niet (precies) wat een woord in je boek betekent, zoek het op in het wiskunde woordenboek......

Stelling van Pythagoras oefenen

Vind je het lastig om met de stelling van Pythagoras een zijde van een rechthoekige driehoek uit te rekenen, kijk dan op deze site! De bedenkers van deze site werken niet met 'het kruis' (zijde - kwadraat), maar verder is natuurlijk alles hetzelfde.

Rekentest niveau 2F

Aan het einde van het VMBO 'moet' elke student een bepaald niveau hebben wat betreft rekenen (zonder rekenmachine!!!), dit noemen ze 2F. Het is de bedoeling dat elke leerling deze rekentest verplicht gaat maken. Hoe dit er precies uit gaat zien is nog niet bekend, maar om jullie een indruk te geven van het niveau, klik op de volgende link:: Rekentest referentieniveau 2F 

vrijdag 2 december 2011

Sportactiviteitendag - mountainbiken

Dat was ff bikkelen: 25 km op de mountainbike door Montferland heen, maar we hebben het alle 50 gered. De 1 wat sneller dan de ander, maar iedereen heeft gewerkt als een paard. Foto's maken tijdens het fietsen is lastig, maar tijdens de stops heb ik een paar kiekjes kunnen nemen. Speciale dank aan Thijs en Thijs die mij erdoorheen gesleept hebben!! Als je zelf nog foto's hebt, mail maar naar mij of zet de (openbare!) link in de reactie...... Fijn weekend!





donderdag 1 december 2011

Extra les 4 kader voor herkansing SE2

Op 21 december kunnen jullie het SE2 herkansen! Elders op dit blog kun je b.v. de Wisdisk vinden die je kan helpen met leren/oefenen. Voor gerichte vragen kunnen jullie bij me terecht op::
- 13 en 20 december het 7de uur in lokaal 32 van het VMBO
- 14 december het 8ste uur in lokaal 10 van het VMBO

Welkomsquizzzzz

Hoeveel namen staan er op DRAN en hoeveel geld heeft dit opgeleverd? Het gaat alleen om de namen die in DRAN staan....... Ben je een leerling van mij, heb je als eerste het goede antwoord (met berekening en conclusie!), dan krijg je een (mini)prijs! Succes..............

Meneer Kamphorst op Twitter!

Snap je iets niet over wiskunde of ben je vergeten wanneer dat proefwerk ook al weer was, dan mag je me altijd een berichtje sturen op twitter:: www.twitter.com/meneerkamphorst. Je kunt me natuurlijk ook volgen.........

3 kader:: hoofdstuk 4 - haakjes wegwerken

Hieronder zie je som 29a,b en d uitgewerkt van hoofdstuk 4.

3k4:: the Boyz